Historie
Het Legioen van Maria werd opgericht door Frank Duff op 7 september 1921 bij Myra House, aan de Francis Street in Dublin, Ierland. Zijn idee was om katholieke leken te helpen hun doopbeloften te vervullen en in staat te stellen in toewijding te leven aan de Kerk in een gestructuriseerde organisatie, ondersteund door broederschap en gebed. Het Legioen haalt zijn inspiratie uit het boek van H. Louis-Marie Grignion de Montfort: ‘der Volmaakte Godsvrucht tot de Heiligste Maagd’.
De legionairs begonnen met het bezoeken van ziekenhuizen, maar waren al snel actief onder de meest behoeftigen, met name onder de prostituees in Dublin. Duff legde vervolgens het systeem van het Legioen in 1928 vast in het ‘Handboek van het Legioen van Maria’.
Het Legioen van Maria, verspreidde zich al snel vanuit Ierland naar andere landen en continenten. In eerste instantie stuitte het Legioen vaak op wantrouwen omdat de toewijding aan het lekenapostolaat ongebruikelijk was voor die tijd. Nadat Paus Pius XI zijn lof had uitgesproken voor het Legioen in 1931, werd het wantrouwen onderdrukt.
Het belangrijkste voor het verspreiden van het Legioen was de Ierse legionair Edel Mary Quinn door haar activiteiten in Afrika tijdens de jaren 1930 en 1940. Haar toewijding aan de missie van het Legioen, ondanks haar slechte gezondheid als gevolg van tuberculose, bracht haar grote bewondering in en buiten het Legioen. Een heiligverklaringsproces is momenteel in gang gezet voor Quinn en een zaligverklaringsproces voor Duff en voor Alfie Lambe (1932-1959), de gezant van het Legioen in Zuid-Amerika.
Het lidmaatschap in Ierland is gedaald, maar als gevolg van de inspanningen van de Concilium jongere mensen aan te trekken door de Deus et Patria-beweging is het ledenaantal weer gegroeid.
Op 27 maart 2014 heeft de secretaris van de Pauselijke Raad voor de Leken, bisschop Josef Clemens, het decreet uitgevaardigd waarin het Legioen van Maria wordt erkend door de Heilige Stoel als internationale vereniging van de gelovigen.